Misschien leg ik die lat wel veel en veel te hoog. Zo hoog dat ik mezelf tegenkom. Naar mijn idee moet alles perfect, alles moet altijd meteen goed. Ik moet succesvol zijn, hoge cijfers halen. Alles waar ik mee begin moet ik (goed) afmaken. Ik leg te lat voor mezelf zo hoog dat ik er van ga stressen, dat ik in paniek raak, dat ik mezelf zo ver drijf dat mijn lichaam me op een gegeven moment vertelt dat het even genoeg is geweest. Waarna ik weer een dag of twee in bed lig, omdat ik me te ziek voel om er uit te komen.
Iemand maakte laatst de vergelijking met het hoog houden van een heleboel ballen. Ik probeer alle ballen hoog te houden. Zo veel dat ik er een moet laat vallen, omdat het niet mogelijk is om alles perfect, alles goed te doen. Dan baal ik ervan dat het me niet gelukt is met dat die ene bal. En dan geef ik maar op. ‘Als ik die ene bal niet omhoog kan houden, dan lukt het met de rest ook niet,’ denk ik dan maar. En dan wil ik maar gewoon alle ballen op de grond gooien. Het is stom om om die ene bal de rest van alle ballen te laten bepalen, maar is het überhaupt wel erg dat het met die ene bal niet lukt?
Ik heb het idee dat iedereen het altijd zo goed doet. Iedereen lijkt alle touwtjes in handen te hebben, alles geregeld te hebben. Ik krijg het idee dat het bij mij ook perfect moet zijn, net zoals het bij iedereen om me heen zo lijkt te zijn. Ik ben al 22 jaar, toch. Ik ben volwassen, dus ik moet me ook als een volwassene gedragen. Ik mag geen fouten maken als een volwassene, toch? Ik zie niet, of minder, dat het niet erg is als er iets fout gaat. Het is goed dat mijn lichaam op de rem trapt, wanneer het te veel wordt, maar het is nog veel beter als ik de lat minder hoog leg. Als ik niet zo veel van mezelf vraag. Dat het niet eens nodig is dat mijn lichaam dat zegt.
Ik denk dat het het belangrijkste is dat ik mezelf toe sta om fouten te maken. Om niet die jonge vrouw te zijn waarbij alles goed lijkt te gaan. Dat ik mág falen, zolang ik maar aan mezelf heb gedacht, ik leer van mijn fouten en van het leven blijf genieten. Maar het is zo moeilijk. Zo zwaar om tegen jezelf te zeggen dat het oké is zoals het is. Dat het niet perfect hoeft. Dus hoe krijg ik het voor elkaar? Hoe krijg ik het bij mezelf ingeprent? Want ik kan het nu wel denken, ik kan wel zeggen dat het genoeg is, maar dan voelt het niet zo. Onbewust ben ik nog steeds bezig met presteren, succesvol willen zijn, het beste van mezelf laten zien. Totdat mijn lichaam weer op de rem trapt en ik me schuldig voel dat ik weer een dag thuis zit.
Hebben jullie nog tips?
Geef een reactie